Portie gemengd

31 oktober 2019 - Solukhumbu, Nepal

De trek waar we lang naar hadden uitgekeken en goed hadden voorbereid, ging van start met een stevige domper nog voor hij goed en wel begonnen was. Vroeg in de ochtend, om half zes, werden we aan de bushalte verwacht om de rit Kathmandu - Bhandar aan te vatten. Het was er al een drukte van jewelste, bussen reden af en aan. Toen de onze tevoorschijn kwam, stapten we op om ons op de aangewezen plaatsjes één en twee te nestelen. Een groepje ongeduldige jongeren wrong zich echter tussen ons en zorgde er zo voor dat we uiteen gedreven werden. Niets vermoedend wachtte ik aan de geblokkeerde doorgang terwijl Eline zich liet helpen om de juiste plaats te vinden. Dat was geen evidentie omdat een oud vrouwtje koppig bleef vasthouden aan één van onze zitjes. Wat later verdween het overbodige volk (inclusief groepje jongeren) van de bus en had elke reiziger zijn plekje op de bus gevonden. Toen de bus al een eindje onderweg was in Kathmandu ontdekten we dat de helft van ons reisbudget voor de komende weken verdwenen was. We zetten alle ochtendlijke gebeurtenissen op een rijtje en kwamen al snel tot de vaststelling dat het groepje jongeren, volleerde zakkenrollers waren. Ze hadden ons bewust uit elkaar gedreven, de ingang vakkundig geblokkeerd, verwarring gezaaid rond het busticket, terwijl ze hun lange vingers ondertussen het werk lieten doen. Het zal groot feest geweest zijn die ochtend in Kathmandu, de buit was enorm. Voor ons volgde een twaalf uren durende busrit op ongeasfalteerde zigzagwegen, op elkaar gepropt door een overtal aan reizigers, zakken kippenvoer, waterleidingen, rugzakken allerhande en vol ongeloof over onze budgethalvering. 

Bij aankomst in Bhandar werden we zeer welkom geheten in een hostel vlakbij de busstand. We namen onze intrek en genoten van een overheerlijke rijstmaaltijd. Een lokale gids die ook van de partij was, luisterde vol verontwaardiging naar ons triest verhaal. Tijdens de gemoedelijke babbel die daarop volgde, raadde hij ons een mooi optioneel klimmetje voor op de terugweg aan. Pikey Peak wordt mogelijks aan het programma toegevoegd. Maya, Fulmaya, Doma en Durji, de leden van het gezin des huizes, vergezelden ons bij een spelletje kaarten waardoor we dag nul van onze trekking alsnog in schoonheid afsloten.

Het programma van dag één bood ons een uit de kluiten gewassen tocht doorheen bosrijk gebied. Een proevertje dat geen lachertje werd. In de ochtend daalden we van Bhandar af tot aan een kolkende rivier. Onderweg genoten we van alles wat we te zien kregen: de typische huisjes, bananenplanten, watervallen, vergezichten, het pad op zich, mensen met de immer vriendelijke groet 'namaste', spelende kinderen, ... . Na een gezellige lunch vatten we een pittige klim aan. De ene resem trapjes na de andere maakten er een stevige kuitenbijter van. Na duizend meter klimwerk kwamen we aan bij sunrise lodge in Sete, onze welgekomen slaapplaats. "De kop is er af" zeggen ze dan. Wel, het voelde aan alsof de benen er ook af waren. Moe maar voldaan doken we onze slaapzak in voor een eerste nachtje in de bergen.

Stapdag twee werd door aanhoudende buikloop en de bijhorende energetische leegloop een mini versie van wat we voor ogen hadden. Na twee uur afzien, zwoegen en zweten gaven we er de brui aan en besloten we naar ons lichaam te luisteren. Aanvankelijk dachten we ons heil te vinden in een lekkere kom soep. Aangezien deze niet het verhoopte effect teweeg bracht, namen we een kamer waar we ons lichaam de nodige rust konden geven. Hopend op hernieuwde energie voor de tocht van morgen kropen we vroeg onze slaapzak in. Dakchu werd zodoende de verrassende eindhalte van deze dag.

Etappe drie werd er eentje van Dakchu tot Junbesi. Van bij de start werd ons stevig klimwerk voorgeschoteld. Meteen een serieuze test voor onze beentjes. Die doorstonden we met glans. Het energiepeil leek weer op niveau te komen. Tegen de middag stonden we duizend meter hoger op de hoogste pas van week één. Een strakke wind bracht ijzige gevoelstemperaturen met zich mee. Geen ideale omstandigheden voor een openluchtlunch waardoor we een eindje afzakten in de kersverse vallei. Daar vonden we een mooi lunchplaatsje, trokken we onze donsjas aan en genoten we van de kommetjes ontbijtgranen die we uit Kathmandu hadden meegenomen. Opnieuw op kracht gekomen, daalden we de vallei verder af tot in Junbesi. Een gezellig dorpje met grote keuze aan lodges. We kozen het eerste het beste en lieten ons oog vallen op de aanwezige bakkerij (lees: beperkt assortiment aan kaneelkoek, croisant, chocoladecake en toastbrood).

De klepper bij uitstek kregen we op onze vierde stapdag voorgeschoteld. Na een stevig ontbijt van toast en omelet trokken we onze stapschoenen aan om ook van deze dag een succes te maken. De Nepalezen zijn de jongste jaren bezig met de aanleg van een autoweg zo ver mogelijk op de route naar Everest basecamp en dat heeft zo zijn effect op het wandelpad. Het zicht op ongerepte bossen wordt op vele plaatsen ontsierd door een brede platgekapte zandstrook. Meermaals doorkruiste deze ons pad waardoor extra steile stukken, door landverschuiving geïmproviseerde hobbelpadjes en langgerekte stroken schijnbaar lukraak opgestapelde stenen, een vlotte wandeltred verhinderden. Het werd een lange tocht met telkens een pittige klim naar een stupa op een bergpas of -kam, gevolgd door een kronkelende afdaling richting rivier. Op deze manier werd onze inzet steeds beloond: op de passen door een prachtig zicht op imposante bergketens en nieuwe valleien, aan de rivier veelal door een oversteek op één van de typische hangbruggen. Bij aankomst in de everestlodge (originele namen zijn hier niet aan de orde) in Nunthala beloonden we onszelf met het eerste douchke van de trek. Voor slechts twee euro per persoon konden we genieten van een sprankeltje warm water, wat een deugd!

De ochtend van dag vijf deed een moeizame tocht vermoeden. De uitputtingsslag van de dag voordien zat duidelijk nog in de benen en dreigde zelfs in de kopkes te spelen. We ontdekten echter de perfecte 'mental coach' voor elkaar te zijn. De kopkes weer de hoogte in en gaan! Vandaag eens te meer in merkwaardig gezelschap. Vele kuddes volgestouwde muilezels vergezelden ons op onze weg naar Kharte. Soms hinderlijk traag en onverstoord wegversperrend, soms opdringerig snel en licht drukkend aan de rugzak. Allen even enthousiast uitgelaten op het pad waardoor een extra kleurtje en geurtje aan onze schoenzolen onvermijdelijk was. Gesteund door onze bamboo-wandelstok lieten we dit alles niet aan ons hart komen en zetten we onze tocht gezwind verder. De spreekwoordelijke 'automatiek' leek in gang gezet te zijn. Het pad leidde ons over een 109 meter lange hangbrug gevolgd door een lange vermoeiende klim tot bij een terrasje in volle zon waar we niet aan konden weerstaan. Onze eerste lodgelunch was een feit, we genoten met volle teugen. Het nagenieten deed ons zelfs wat extra hoogtemeters stappen met het oog op de zware opdracht voor de dag nadien. Geweldig hoe enkele oppeppende woorden, een stralende zon en een overheerlijk natuurlijke omgeving een boost van jewelste kunnen geven.

Op de zesde dag schiep hij een ochtend- en avondklim met een allegaartje tussenin. Op weg naar pas één ontmoetten we dezelfde meelopers als de voorbije dagen. De immer enthousiaste Nieuw-Zeelander, het niet taalkundige koppel Spanjaarden, de babbelgrage Fransman, de sympathieke solostapper met pet en de jongen met de meest vreemde rugzakdracht aller tijden. Vluchtige babbels werden uitgewisseld en iedereen ging verder zijn eigen gangetje. Net als de voorbije dagen kregen we heel wat trapjes voorgeschoteld. Trapjes waar we meer en meer behendig in werden en ze stilaan minder vervloekten dan bij aanvang van onze trekking. Al blijft het dagelijks puffen met onze uit de kluiten gewassen rugzakken. Zeker de lange afdaling naar Sukre en de daarop volgende, twee uren durende, klim naar Cheblung veroorzaakte heel wat zweetdruppels op rug en aangezicht. Eén voor één de moeite waard met de eindmeet van onze eerste stapweek in zicht.

Op de laatste etappe naar Namche Bazaar sloten ook de trekkers die vanuit Lukla starten aan op het parcours. De rust van de voorbije dagen werd ingeruild door een gezellige drukte. Geen plaatsje te bespeuren waar geen andere toeristen waren. Hoog tijd om dit een beetje uit te buiten moeten de Nepalezen gedacht hebben. Permit twee en drie werden aangekocht zodat we alle nodige vergunningen op zak hebben om onze missie te vervolmaken. Het florerende toerisme weerspiegelt zich duidelijk in de groei van de lokale dorpjes langsheen de route. Allen zijn ze stevig aangegroeid, met cafeetjes, restaurants, bakkerijtjes en zelfs resorts hier en daar. Niet enkel massa's andere trekkers maar ook een nieuwe viervoeter vervoegde zich op ons pad. Van hierafaan kregen de muilezels concurrentie van stevige yaks.  Met zijn allen liepen we één voor één Namche binnen. Voor de meesten van ons de plaats bij uitstek voor rust en acclimatisatie.

Na een week afzien en genieten tijdens onze lange stapdagen, genoten we gisteren in Namche Bazaar van een dagje niets doen. Verdiende rust voor onze benen terwijl ons lichaam aan de hoogte kon wennen. De symptomen van hoogteziekte bleven gelukkig beperkt en een kort wandelingetje door het dorp deed ons deugd. Gezellig rondkuieren langs de winkeltjes naar de centrale stupa. Een middagdutje hoorde ook bij onze rustdag en in de late namiddag werden nog wat praktische zaken afgehandeld. De portemonnee werd aangevuld in de bank en de rugzak werd aangevuld in de winkel. De cornflakes en de koeken betaalden we een pak duurder dan in Kathmandu, niet verwonderlijk als je weet dat alles naar boven gedragen wordt. Gelukkig hadden we al heel wat van dit lekkers zelf meegebracht vanuit de hoofdstad. Zo bleef deze shop-sessie beperkt. 's Avonds genoten we van een uitgebreid avondmaal in de warme eetzaal van onze prachtlodge. 

Ook de tweede nacht in Namche was een schot in de roos. Zachte matras, een donsdeken en een redelijk warme kamer. Dus boekten we nog een nachtje bij zodat we daar deze avond nog eens van kunnen genieten. Ook vandaag stond weer in het teken van wennen aan de hoogte. Deze keer geen pure rust op het programma, maar een wandeltochtje van een viertal uur. Weliswaar op hoogte in de bergen, dus een makkie is dat allerminst. Samen met een hoop anderen bewandelden we voor een stukje het pad richting Everest basecamp. Na een uurtje weken we af van dat pad en genoten we van de rust richting twee bergdorpjes. Wat zijn wij blij dat we morgen naar Thame trekken en nadien pas richting Everest base camp via een minder toeristische weg. 

Op deze manier werd de eerste week van deze sportieve uitdaging een allegaartje van heel wat belevenissen, gezellige ontmoetingen, afzien en genieten, vloeken en juichen, .... een zeer genietbare portie gemengd.

Vanwege de grote hoogteverschillen met bijhorende kans op hoogteziekte, ruilen we de gekende lange stapdagen vanaf nu in voor korte etappes. Na de vele stapuren zijn de hoogte en de inkomende koude onze twee grootste uitdagers voor de komende weken. Benieuwd hoe we daar mee gaan omgaan.

Foto’s

2 Reacties

  1. Griet:
    31 oktober 2019
    Portie gemengd .. zeg dat wel! Geeft zelfs hier zeer gemengde gevoelens. Kei sjiek dat jullie elkaar blijven oppeppen en de moed niet verliezen!!
    Veel groetjes!
  2. Moeke:
    1 november 2019
    Amai….. geen leuke ervaring ….gelukkig blijft het humeur en de gezondheid op peil !!
    Geniet van de kleine gelukjes , superveel stapgenot !!
    Groetjes van allen.