'The only way is up ....

21 november 2019 - Solukhumbu, Nepal

....baby! For you and me now.' Met dit deuntje als oorwurm vatten we een nieuw hoofdstuk in onze trekking aan. Het hooggebergte loerde om de hoek en had heel wat klimwerk in het verschiet. Daar hadden we geheel zelf voor gekozen. De uitdaging was groot, de oorwurm deugddoend bij momenten van hard labeur.

Daags na ons acclimatisatietochtje rond Namche stond de eerste etappe van onze grote trek door Everestgebied op het programma. De dag begon opnieuw zoals weleer: wekker vroeg, lekker ontbijtje, rugzak pakken en gaan! Het eerste deel van de tocht was meteen een serieuze test. Trapjes omhoog met onze zware rugzak op de rug. Na een half uur stappen wisselden de trappen zich voor een mooi zachtjes stijgend bospad. We wierpen een laatste blik achter ons en zeiden Namche vaarwel, of beter gezegd 'tot ziens', want we zouden het hooggebergte later verlaten via dit bruisend bergdorp. Het mooie bospad kronkelde langs een stupa, door een dorpje rustig omhoog. Na een tijdje wisselden de hoge bomen voor lage struikjes en liepen we op stenen en niet meer op aarde. Tegen de middag volgde een afdaling naar een brug over een rivier. Vandaar was het nog een uurtje bergop zwoegen naar onze eindbestemming van de dag: Thame. In totaal een tochtje van een viertal uur om zowat 400m hoger te slapen dan daags voordien. Aangekomen in Thame maakten we nog een wandeltocht naar het hoger gelegen klooster. Omdat we van in het begin een foute weg gekozen hadden en vervolgens recht op ons doel wilden afgaan, werd dit een oriëntatieloop op een beboste bergflank. Op de terugtocht naar onze lodge volgden we bij zonsondergang wijselijk het gewone pad om vervolgens in de warme, drukke eetzaal van de lodge ons avondmaal te nuttigen. 

Ook op dag twee in het hooggebergte waren de stapuren beperkt om niet te veel hoogtemeters te maken en zo de kans op hoogteziekte te beperken. We volgden het pad van Thame naar Lumde. De dag begon zoals ons tochtje de dag ervoor, het foute pad gekozen en vervolgens steil de berg op, op zoek naar het juiste pad. Een leuke portie avontuur om de dag te beginnen. Eens we het pad gevonden hadden, bleek dat er bijzonder goed bij te liggen, geleidelijk stijgend, zonder moeilijke stukken. Hierdoor werden de 500 hoogtemeters op een viertal uur afgehaspeld. De weersomstandigheden waren perfect waardoor het wandelen puur genieten was. Stralende zon en zicht op besneeuwde pieken. Enig minpuntje was de koude wind, maar niets dat niet omzeild kan worden met goede kledij. In de vroege namiddag kwamen we aan in Lumde. Geen namiddagtochtje deze keer, maar een namiddagje relaxen, kaarten en onze benen laten rusten voor de zware tocht van de dag nadien: de oversteek van de Renjo-La pas. 

Na een kort nachtje en snel ontbijt stonden we om 6u paraat voor een lange tocht. 1000m stijgen om de Renjo-La pas over te steken en nadien 600m dalen om Gokyo te bereiken. Dit alles begon in de vrieskou net na zonsopgang. Naarmate de tocht vorderde en de zon van achter de bergen kwam piepen, werd de temperatuur wat dragelijker. Zigzaggend traden we in de voetsporen van onze voorliggers. Het ene stuk pad toegankelijker dan het andere, met enkele risicovolle doorsteken als extraatje. Een goede focus en vele korte pauzes om energierepen te nuttigen en bij te drinken, waren aan de orde. Compleet uitgeput bereikten we rond de middag de 5360m hoge pas. Daar genoten we samen met heel wat anderen van het mooie uitzicht. Gokyo en zijn meer lagen een pak lager te blinken, wat ons voldoende energie gaf om de afdaling aan te vatten. Vlotjes de bergflank afdalend kwam onze eindbestemming steeds dichterbij te liggen. Eenmaal aangekomen, was een warme chocomelk een deugddoende beloning voor de zware tocht. 

Na deze uitputtende pasdag, namen we de tijd om wat langer te slapen, de wekker om zeven. Vandaag stonden maar drie stapuren op het programma, maar toch werd het geen lachertje. De beklimming van Gokyo Ri, de nabijgelegen en immens populaire bergtop, was een heuse uitdaging. Vele vroege vogels kruisten ons pad terwijl we gestaag hoogte maakten. Hoe meer we stegen, hoe meer wolken we in ons zog zagen verschijnen. Niet ideaal als je weet dat Gokyo Ri zijn populariteit vooral te danken heeft aan het wonderbaarlijke zicht op 's werelds hoogste, de Mount Everest. De weergoden waren ons echter goed gezind en schonken ons enkele heldere blikken tussen de verschillende wolkenpakken heen. We namen ons moment om dubbel en dik van deze prachtige uitzichten te genieten. Deze keer met net wat minder volk dan de dag voordien. Bijna huppelend van enthousiasme, daalden we opnieuw vlotjes af. Terug in Gokyo namen we de tijd om alle lodges af te gaan op zoek naar een tentje voor een bijzonder avontuur. Na een half uurtje hadden we de verschillende opties op een rijtje en trokken we ons terug in de warme eetzaal van onze lodge. Na een lekkere soep en enkele theetjes begaven we ons naar de lokale medische post. Niet omdat we ziek waren, wel om een infosessie over hoogteziekte bij te wonen. Gerustgesteld over onze fitheid en aanpak in het hooggebergte keerden we terug naar onze slaapplaats. Daar deden we een goede deal met de zoon des huizes en hadden we onze tent beet. Zo konden we met een zoet gevoel dromen over  het avontuurlijk extraatje dat ons te wachten stond.

De afgelopen weken hadden we onszelf enkele mooie uitdagingen aangepraat. Buiten het triootje passen leek het ons ook een zaligheid om te overnachten op een aantal basecamps. De eerste op ons lijstje konden we vandaag aanvinken, Cho Oyu basecamp. Deze prachtlocatie lag verscholen achter het zesde meer. Dit op een dikke vier uur stappen van Gokyo. Met passages langs het vierde en het vijfde meer, enkele bijzondere viewpoints en een weinig belopen pad, werd dit een wondermooie tocht. Onze blijdschap kende geen grenzen wanneer we onze kampeerplaats bereikten. Boven de wolken, onder een stralend zonnetje konden we onze tent opzetten aan de voet van deze majestueuze achtduizender. Aangezien er deze periode geen expedities op til zijn, leken we  wel op een verlaten strand beland te zijn. Ongelooflijk straf om te beseffen dat er in de nabije 10 km niemand anders de nacht zou doorbrengen. Toen de zon achter de omliggende bergen verdween, stak de koude de kop op. We doken onze tent in en gingen een vrieskoude nacht tegemoet. Met nachtelijke temperaturen rond min 15°C werd onze eerste nacht boven de 5000m eentje om nooit te vergeten. Slaapzak, binnenkant tent, schoenen, rugzakken, ... alles was voorzien van een laagje ijs. Van drinken was in de volgende ochtend geen sprake gezien ons drinkwater tot een ijsklomp was herleid. Wachtend op een vroeg zonnetje bibberden we de ochtend in. Gelukkig kwam deze warmtebron snel opzetten en konden we het opkramen aanvatten. We keerden moe maar voldaan op onze stappen van de dag voordien terug en bereikten onze gastvrouw tegen de middag. Na een welgekomen lunch ruilden we het tentje voor onze achter gebleven bagage en maakten we ons klaar voor tocht twee van de dag. De vrouw des huizes beloonde onze moed met twee pakjes koeken. Een leuke opsteker voor onderweg. Via een doorsteek over de gletsjer die we reeds drie dagen in beeld hadden, bereikten we na een tweetal uur nagenieten Dragnag. Een kleine kluster van lodges aan de voet van onze volgende bergpas. 

Met het avontuur van de voorbije dagen in de benen en een opgestapeld hoopje vuile was leek het moment aangebroken voor een ultieme rustdag. Geen rugzak op de rug, geen stapschoenen aan. Puur genieten van een zoveelste spelletje kaarten, kleren wassen in de rivier, een vleugje literatuur, ... en dit alles onder een als vanouds stralend zonnetje. Een rustdag zoals die hoort te zijn met het oog op alweer een stevige klepper de dag nadien.

Goed geleumd stonden we in de vroege ochtend op om onze tweede van drie hoge passen aan te snijden. De derde pas op het menu beloofde volgens vele passanten een zware opdracht te worden. Over de tweede, de Cho la pas naar Dzongla, waren de meningen verdeeld. We wisten dus niet goed wat er ons vandaag te wachten stond. Tot onze verbazing verliep de aanloop naar het steile stuk heel vlot. Er was ook duidelijk meer volk op de been dan op onze eerste paservaring. Eens aangekomen aan het rotsgedeelte, voorzien van staalkabel, was het eerder rijtje lopen en de tred van de voorligger volgen. Tot een verrassende Duitser plots besliste halt te houden op één van de trapjes. Een pittige discussie met de man in kwestie leidde tot een opstoot van arrogantie bij de, naar eigen zeggen, alles wetende berggids. Ons gaf heel het voorval in ieder geval een adrenalinestoot van jewelste, in geen tijd bereikten we de typische gebedsvlaggetjes op de pas. Daar werden we verrast door de aanwezigheid van een groep Belgische Jokerreizigers waaronder een oude bekende. Verhalen werden uitgewisseld, chocolaatjes met plezier in ontvangst genomen. Na deze tweede bijzondere ontmoeting zetten we in alle voorzichtigheid onze eerste stappen op de sneeuw- en ijsvlakte die aan de start lag van de afdaling. In de vroege middag bereikten we Dzongla, verbazend sneller dan verwacht. Gezelligheid troef rond de Leuvense stoof die avond. Een Italiaanse en Spaanse alpinist zorgden voor grote ogen en aandachtige oren met hun sappige bergverhalen. 

Daags na onze vlotte oversteek trokken we meteen door naar Gorak Shep. Aanvankelijk zouden we halfweg halt houden in Lobuche maar dat plan lieten we door een grote dosis energie en enthousiasme varen. Na een vijftal uur stappen bereikten we ons einddoel van de dag en tevens uitvalsbasis voor de komende dagen. Een nieuw tentavontuur bracht een nieuwe zoektocht met zich mee. Geen van de vier lodge-uitbaters leek een tentje te huur te hebben tot de onze een portie extra moeite boven haalde en er alsnog eentje tevoorschijn toverde. De deal was rond, een nieuw avontuur stond bij deze in de stijgers.

Alvorens met ons tentje naar Everestbasecamp af te zakken, beklommen we de nabijgelegen Kala Patar. Een 'must do' voor al wie Gorak Shep bereikt en voor velen het hoogtepunt van hun trek in de Himalaya. Met dezelfde intensiteit als het benenwerk op Gokyo Ri zwoegden we ons een weg richting top. Halverwege keken we verbaasd om ons heen toen vier helikopters een handvol minder sportieve toeristen op de berg dropten. Na tien minuten fotoshoot en enkele vreugdedansjes dropen de bijzondere gasten weer af en keerde de rust terug. We zwoegden verder. De top van Kala Patar, op 5545m hoogte, bleek een ontmoetingsplaats waar we net hetzelfde deden dan onze vliegeniers, uitgezonderd van het vreugdedansje. We genoten opnieuw van de mooie uitzichten en vatten de afdaling aan bij het opsteken van de eerste wind.
Eens beneden aangekomen, onderwierpen we ons tentje aan een kleine controle. Gelukkig want het buitenzeil was onbruikbaar wegens geheel gescheurd. We wisselden het misbaksel voor een beter ogend exemplaar en waagden het er op om hiermee naar het basiskamp van Mount Everest te trekken. Op de twee uren durende trip daarheen kruisten we heel wat terugkomers. Met nog een vijftigtal aanwezigen op de gletsjer was deze dunbevolkt bij aankomst. We zochten naar het perfecte kampeerplaatsje en sloegen ons tentje op. Gezien het nieuwe buitenzeil van een kleiner exemplaar leek te zijn, korten we de tentpalen in en verzamelden we een massa stenen om het geheel winddicht te maken. Na een uurtje tentzetten waren de laatste bezoekers weer richting Gorak Shep vertrokken en hadden we de grootse ijsvlakte voor ons alleen. De avond viel, en met haar de kilte. We doken onze slaapzakken in en waren voorbereid op een bibbernacht. 

Na een nachtje dat minder koud aanvoelde dan onze eerdere kampeernacht gingen we op verkenning op de Khumbu gletsjer. Tot onze vreugde hadden we de gletsjer ook in de vroege ochtend nog even voor ons alleen. Wat een zaligheid om die immense ijsmassa op het gemak te kunnen bewonderen. Door de omliggende hoge pieken had de zon iets meer tijd nodig om ons te bereiken. Eens de eerste stralen ons warmte schonken, braken we ons tentje af. Enkele voorbijgangers keken verwonderd op en loofden ons om onze moed. Met het idee echte avonturiers te zijn keerden we in opper beste stemming terug naar Gorak Shep. Trots bezorgden we het tentje terug aan de eigenaar en lieten we ons een noodlesoepje smaken. Na deze korte middagonderbreking wandelden we twee uur richting Lobuche. 

Na het kampeernachtje op de gletsjer was een nieuwe rustdag weer welgekomen. Zeker met het oog op de pasoversteek van morgen en onze naderende beklimming van Island Peak leek het ons een goed plan om ons lichaam dezer dagen niet al te veel op de proef te stellen. Speelkaarten, boeken en de stafkaart werden opnieuw boven gehaald om onder een stralend zonnetje te genieten van deze relaxte dag.

Gisteren waren we zo vriendelijk geweest het derde en vrije bed in onze kamer af te staan aan een uitgeputte kerel. Jim was ons hier zeer dankbaar voor en benutte zowat alle tijd om het bed te beslapen. Door deze geste beleefden we een ietwat bijzondere nacht die om vijf uur een abrupt einde kende door het gezang van de wekker. Tijd om op te staan, dat koud setje stapkleren aan te trekken en de ontbijtzaal te betreden. Zoals het hoort op een pasdag schoten we vroeg in actie. Om één na zes stapten we het guesthouse buiten en baanden we ons een weg naar de bebloemde vlag die het pad aanwijst. Even verdween ze uit het zicht waardoor een zweem van vertwijfeling ons overviel. Snel vonden we het pad terug en zetten we onze tocht verder. Een half uur later merkte Eline op dat we zonder onze bamboe wandelstokken op pad waren. Aangezien we er reeds twintig dagen plezier aan hadden beleefd en ze onlosmakend verbonden waren met ons avontuur, besloten we om ze op te pikken. Na een half uur waren onze voorsprong op de klok en onze rustdag teniet gedaan. Veertig minuten later waren we weer verenigd en konden we onze tocht in de koude verder zetten. We staken de Khumbu gletsjer over en betraden de steile helling stap voor stap. Te koud om een pauze te nemen, maakten we er een stevige marathonklim van. Dik drie uur na aanvang zetten we met volle deugd voet op de pas. We genoten van het nieuwe uitzicht, aten een energiereep, dronken slokken water en lieten enkele pasfoto's nemen. Een steile afdaling tot aan het nabij gelegen meer werd ingezet. Omdat onze benen snakten naar een extra dosis energie besloten we aan de rand van het meer, in de warmte van het net verschenen zonnetje, te lunchen. Nadien volgde een drie uur durende gestage afdaling tot in Chhukung. Onze eindbestemming van de dag kwam geen minuut te vroeg. Moegestreden legden we ons vijf minuutjes te bed om dan onze bezwete kleren te wisselen met droge en warme exemplaren. De Leuvense stoof in de eetruimte, de zalig gebakken aardappeltjes en momo's deden het verdere oplapwerk.

Tot hier ons uitgebreide relaas van heel wat zweetwerk van de voorbije weken. Morgen brengen we jullie in een korter verslag op de hoogte van onze tijd in Chhukung en avonturen op Island Peak.
 

Foto’s

1 Reactie

  1. Griet:
    21 november 2019
    Ongelooflijk!! Megafantastische avonturen en inderdaad: wat een moed!!!
    Wondermooie foto's!! De hele reis, maar vooral deze avonturen zijn er om nooit te vergeten!
    Ik kijk al uit naar het Island Peakverhaal!